Oudere honden verzorgen op de juiste manier
Ook dieren verouderen, net als mensen. Naarmate de jaren verstrijken, is het dan ook belangrijk dat hun baasjes meer tijd aan hen besteden. In het onderstaande artikel kun je leren hoe je oudere honden verzorgen moet en hoe je hen in deze fase van hun leven de beste kwaliteit van leven kunt geven. Help je hond om ook op zijn oude dag nog zoveel mogelijk van het leven te genieten.
Hoe moeten we oudere honden verzorgen?
Een dier wordt al beschouwd als een bejaarde wanneer het tien jaar oud is. Dit geldt zelfs als het er nog steeds jong en energiek uitziet. Beetje bij beetje zullen zijn lichaam, gewoonten en bewegingen veranderen. Hij zal langzamer gaan lopen, minder eten en meer tijd slapend doorbrengen.
Tijdens deze laatste levensfase (hoewel honden een leeftijd van vijftien jaar kunnen bereiken) gaan de veranderingen in zijn gedrag gepaard met veranderingen in zijn fysieke verschijning. Net als mensen hebben oudere honden grijs haar, lijden ze aan artritis en beginnen hun zintuigen af te nemen. Als zijn baasje is het jouw verantwoordelijkheid om de effecten van veroudering minder abrupt of pijnlijk te maken. Houd daarom rekening met de volgende tips om goed voor een bejaarde hond te zorgen:
1. Oudere honden verzorgen door hun dieet in de gaten te houden
Zodra honden een bepaalde leeftijd hebben bereikt, beginnen hun behoeften qua eten te veranderen. Neem contact op met de dierenarts om erachter te komen welk dieet het beste is voor jouw hond. Je zult waarschijnlijk vetarm hondenvoer moeten kopen, of hondenvoer dat speciaal is gemaakt voor ‘seniore’ honden. Beide opties bevatten minder calorieën en zijn meestal zachter (handig voor wanneer ze hun tanden beginnen te verliezen).
Als je merkt dat je hond niet genoeg water drinkt, kun je een beetje bouillon of melk door zijn eten mengen (dit is ook goed om het voedsel zachter te maken). Nog een optie is om je hond nat voedsel te geven. Geef hem niets waar hij met zijn tanden op moet knagen, omdat zijn gebit zwakker wordt. Dit betekent geen botten of snoepjes.
2. Let goed op hun uiterlijk
Oudere honden mogen niet zwaarlijvig zijn. Obesitas kan namelijk veel ziekte en problemen met hun botten en spieren veroorzaken. Neem ook contact op met de dierenarts als je merkt dat je hond zeer snel afvalt.
3. Zorg ervoor dat ze voldoende bewegen
Laat je bejaarde hond alleen milde lichaamsbeweging doen als zijn lichaam en gezondheid dit aankunnen. Als je hem uitlaat of met hem gaat wandelen in het park, kan hij genieten van sociaal contact met andere honden. Het is echter belangrijk om jullie routine aan te passen aan zijn specifieke behoeften. Laat hem als het nodig is korter uit (maximaal dertig minuten) in de ochtend of vlak voor zonsondergang.
4. Houd rekening met hun grenzen
Naarmate de jaren verstrijken, verliezen huisdieren hun gevoel voor richting, reukvermogen, gezichtsvermogen, gehoor en zelfs hun geheugen. Een dier kan bijvoorbeeld vergeten waar zijn bed of voederbak zich bevindt en misschien herkent hij bepaalde mensen niet meer. Hij kan zelfs ‘vergeten’ dat hij aan het eten was, of niet in staat om je te horen wanneer je hem roept. Wees geduldig en help zijn leven aangenamer te maken.
5. Oudere honden verzorgen door hen onvoorwaardelijke liefde te schenken
Zorg ervoor dat je liefdevol om blijft gaan met je hond. Hij staat namelijk al zoveel jaar aan je zijde. Huisdieren worden op een bepaalde leeftijd zelfstandiger en zelfs verlegen, dit betekent echter niet dat je moet stoppen met hen te verwennen. Verwen ze nog meer dan toen ze nog puppy’s waren!
Onderbreek zijn slaap niet, vermijd luide muziek en zeg tegen je kinderen dat ze beter buiten kunnen gaan spelen. Verwaarloos je hond nooit en vergeet hem ook voor geen seconde.
6. Ga vaker naar de dierenarts
Het is het beste om honden één keer per jaar naar de dierenarts te brengen. Naarmate ze ouder worden, kan het echter nodig worden om vaker te gaan, vooral als het dier een medische aandoening heeft.
De belangrijkste problemen bij oudere huisdieren (naast het verliezen van hun zintuigen) zijn artritis, heupdysplasie, gingivitis, nierfalen, diabetes en incontinentie. Een specialist kan je vertellen hoe je deze aandoeningen het beste kunt behandelen.