Symbiose in het dierenrijk

Symbiose is een biologische relatie tussen twee exemplaren, waardoor een van beiden of beiden voordeel hebben. Soms kan deze relatie echter schadelijk zijn voor een van de partijen. Bekijk symbiose in het dierenrijk in het volgende artikel.
Symbiose in het dierenrijk
Francisco María García

Geschreven en geverifieerd door advocaat Francisco María García.

Laatste update: 18 maart, 2023

Symbiose is een term die uit het Grieks komt en letterlijk ‘samenleven’ betekent. In de natuur stellen deze levenswijzen verschillende levende wezens in staat interactieve biologische relaties aan te gaan. Hieronder analyseren we de symbiose van het dierenrijk en ook het belang ervan voor het voortbestaan van veel soorten.

De definitie van symbiose

We horen vaak dat sommige mensen een interactie laten zien die zo sterk en natuurlijk is dat we het een “symbiotische” relatie noemen. Op deze manier kan de populaire cultuur ons namelijk helpen om in eenvoudige bewoordingen te begrijpen wat symbiose in het dierenrijk is.

We moeten niet vergeten dat in werkelijkheid niet alle symbiotische relaties positief zijn voor alle soorten. In veel gevallen kan deze relatie zelfs schadelijk zijn voor sommige soorten.

Symbiose in het dierenrijk omvat een reeks interactieve biologische relaties die voordelen opleveren voor sommige van de betrokken soorten. Zulke interacties moeten plaatsvinden tussen gelijksoortige levende wezens, zelfs tussen levende wezens en planten, en in de tijd voortduren om als symbiose te gelden.

Een vis en een anemoon

Er zijn verschillende soorten symbiose, die generiek in twee grote categorieën vallen:

  • Endosymbiose. Deze relaties ontstaan wanneer een van de deelnemers in het organisme van de ander leeft. Normaal verblijven ze in de cellen van hun spijsverteringsstelsel.
  • Aan de andere kant hebben we echosymbiotische interacties, waarbij de symbionten samenleven, maar de een niet in de ander woont. Meestal leeft een van de soorten boven of onder het lichaam van zijn gastheer.

Soorten symbiose in het dierenrijk

De mate van ontwikkelde integratie tussen symbionten genereert verschillende soorten symbiose. Veel dieren leven samen om te profiteren van hun respectieve aanwezigheid, door een eenvoudige relatie op te bouwen.

Sommige soorten slagen er echter in om genetische overdracht te doen en nieuwe individuen te genereren, wat plaatsvindt in een intense interactie. Hieronder vatten we de belangrijkste kenmerken samen van de drie belangrijkste soorten symbiose in het dierenrijk.

Mutualisme

Mutualisme is de meest gunstige vorm van symbiose die twee dieren met elkaar kunnen aangaan. Deze interacties inspireren dan ook het populaire gebruik van de uitdrukking “symbiotische relatie,” die een “positief-positieve” interactie veronderstelt.

Symbiose in het dierenrijk

Mutualisme kan tot stand komen als een directe uitwisseling van hulpbronnen of diensten, of als een interactie tussen natuurlijke hulpbronnen en dienst. Maar de twee soorten profiteren altijd in gelijke mate van mutualisme en verbeteren hun biologisch welzijn door zo’n relatie.

Commensalisme

Bij commensalisme levert de biologische interactie voordelen op voor een van de betrokken soorten. Het andere dier ondervindt echter geen nadeel van het voordeel dat het direct of indirect biedt. We kunnen dit definiëren als een ‘positief-neutrale’ relatie.

Parasitisme

Parasitisme veronderstelt een ongelijke relatie, waarbij de ene soort profiteert, ten nadele van de andere soort. Met andere woorden, het is een ‘positief-negatieve’ interactie. In het algemeen vormt een parasitaire symbiose een ernstig risico voor de gezondheid van het gastdier.

Een puppy met vlooien

Voorbeelden van symbiose in de dierenwereld

Om je begrip van de soorten symbiose in het dierenrijk te verbeteren, bekijken we enkele echte voorbeelden van mutualisme, parasitisme en daarnaast commensalisme.

Symbiotische relaties van mutualisme

Herkauwende zoogdieren hebben verschillende micro-organismen in hun maagholten. Door de natuurlijke werking van deze micro-organismen kunnen plantenetende dieren de in groenten aanwezige cellulose verteren.

Tegelijkertijd met de vertering is de voeding van deze kleine levende wezens gewaarborgd. Daarom is deze symbiotische relatie er een van mutualisme en niet van parasitisme.

Iets vergelijkbaars gebeurt in de darmflora van de mens, die zit namelijk vol met nuttige bacteriën. Deze kleine wezens bevorderen de vertering van voedsel en beschermen de dikke darm.

Tegelijkertijd krijgen ze een veilige haven, waar de moleculen die nodig zijn voor goede voeding in overvloed aanwezig zijn. Zoals je ziet is dit weer een demonstratie van endosymbiotisch mutualisme.

Symbiose in het dierenrijk: voorbeelden van parasitisme

Een veel voorkomend voorbeeld van deze symbiotische relatie doet zich voor wanneer bepaalde parasieten invloed hebben op huisdieren, wilde dieren in hun ecosysteem, en mensen.

Als we het hebben over endoparasieten, zoals lintwormen of wormen, hebben we het over een parasitaire endosymbiose. Daarentegen, in het geval van teken of vlooien, hebben we het over een voorbeeld van parasitaire ectosymbiose.

Commensalisme in het dierenrijk

Het meest klassieke voorbeeld van commensalisme doet zich voor wanneer gieren zich voeden met prooien die door andere roofdieren zijn gedood. Omdat deze vogels niet kunnen jagen, moeten ze deze resten consumeren om te overleven. Hoewel het slechts één soort ten goede komt, schaadt of verstoort deze commensale relatie het welzijn van de andere dieren niet.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.