Wetenschap toont aan dat honden gevoelens hebben

Geloof het of niet maar honden hebben wel degelijk gevoelens en een bewustzijn. Onderzoek met hersenscans heeft dat uitgewezen.
Wetenschap toont aan dat honden gevoelens hebben

Laatste update: 28 april, 2018

Kunnen honden gevoelens hebben? En kunnen dieren iets als empathie voelen? De manier waarop we dieren beschouwen verandert constant.

Het bewustzijn van dieren

Zowel in de wetenschap als in de wettelijke sector kan men nogal moeilijk aanvaarden dat dieren wezens met gevoelens zijn en dat ze net als ons kunnen lijden. Maar omdat ze eigenlijk niet veel afweten van wat er zich afspeelt in het hoofd van zo’n dier, negeren die sectoren een rijke wereld aan complexe gedachten.

Dat is echter niet hoe de echte dierenvrienden de zaken zien. Verenigingen of politieke partijen die zich inzetten voor dierenrechten geloven rotsvast in de emotionele intelligentie van dieren. Dat honden gevoelens hebben is voor hen dus evident.

Lieve honden

In december 2017 verklaarde het Congres van Afgevaardigden in Spanje nog dat ze dieren als wezens met hun eigen rechten beschouwen en niet als een persoonlijk bezit. We boeken beetje bij beetje vooruitgang om de manier waarop we dieren beschouwen te veranderen. Een van de laatste nieuwe ontdekkingen gaat over honden.

Een hersenscan: de sleutel tot ontdekking

Het idee dat dieren gevoelens kunnen hebben werd pas tien jaar geleden overwogen. De neurowetenschapper Gregory Berns van de Emory University besloot extra inspanningen te verrichten om te onderzoeken of honden gevoelens hebben en dus emoties kunnen voelen. Zijn idee was om een aantal honden te trainen en ze aan een hersenscan te onderwerpen.

Dankzij die tests kon Berns de hersenen van de dieren in kaart brengen. Zo kon hij observeren hoe ze op verschillende stimuli  reageerden. De resultaten heeft hij verwerkt in zijn boek What it’s like to be a dog.

Een onderzoek dat werd gepubliceerd  in het tijdschrift Science had al bevestigd dat honden informatie op dezelfde manier konden verwerken als mensen. In dit essay toonden de onderzoekers aan dat de linkerhersenhelft reageerde op woorden, terwijl de rechterhelft reageerde op de intonatie waarmee de woorden werden uitgesproken.

Het verhaal van Callie, het eerste proefkonijn

Berns adopteerde Callie uit een lokaal opvangcentrum. Het is  een vrouwelijke Terriër van gemengd ras. Hij koos haar willekeurig, dus niet om een bijzondere reden. Callie is nieuwsgierig en net als veel andere terriërs vol energie.

Eerst besloot Berns een simulator te bouwen in zijn huis. Zo kon hij het dier laten wennen aan de typische geluiden die ziekenhuisscanners maken. Hiervoor nam hij de geluiden op van de magneten van de machines en reproduceerde ze thuis terwijl hij met Callie speelde.

Aanvankelijk speelde Berns de geluiden uit de machine af op een zeer laag volume en verhoogde het lawaai vervolgens geleidelijk. Het proces duurde twee à drie maanden en liep toch gemakkelijker dan verwacht. Met dit eerste succes opende hij de deur voor nieuwe proefkonijnen om deel te nemen aan het project.

Een gelijkaardige staartkern in honden en mensen

De staartkern is een structuur die zich in het diepste deel van de hersenhelften bevindt. Het is een veel voorkomend lichaamsdeel bij alle diersoorten, vooral bij zoogdieren. De kern is essentieel voor de inname van dopamine.

Knuffelen met hond

De staartkern is actief op het moment dat het dier de zogenaamde “state of anticipation” bereikt. Zodra een hond informatie heeft ontvangen zal er een besluitvormingsproces plaatsvinden. Dat zal bepalen wat er met die informatie moet gebeuren. Als het positieve informatie is, is deze toestand intenser.

Deze hersenstructuur wordt zowel geactiveerd bij honden als mensen, onder dezelfde omstandigheden. De duidelijke verschillen in grootte (de hersenen van een hond hebben de omvang van een citroen) zorgen er echter voor dat ze niet dezelfde mogelijkheden als wij hebben.

Kunnen honden dan van ons houden?

In het experiment toonden de onderzoekers de honden twee objecten. Ze hadden ze getraind om een van de objecten te associëren met voedsel. Bij het andere object waar ze gewoon geworden dat hun eigenaar hen een complimentje gaf. Sommige honden gaven de voorkeur aan het eerste object, anderen aan het tweede.

Er is in dat opzicht geen sprake van een categorische reactie. De reacties op zich waren gelijk. De soort relatie die de honden hebben ontwikkeld met hun eigenaar maakt echter het grote verschil. Op die manier kunnen honden gevoelens hebben voor hun eigenaar, zoveel is duidelijk.

Bron van de belangrijkste afbeelding: smlp.co.uk


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.