De vroedmeesterpad

Het mannetje van de vroedmeesterpad is een geweldige vader, die de bevruchte eieren tussen zijn achterpoten draagt tot ze hun ontwikkeling hebben voltooid.
De vroedmeesterpad
Luz Eduviges Thomas-Romero

Geschreven en geverifieerd door biochemie Luz Eduviges Thomas-Romero.

Laatste update: 28 maart, 2023

De vroedmeesterpad (Alytes obstetricans) heeft geen typisch padachtig uiterlijk, want het is een kleine amfibie met een wrattige huid en een robuust lichaam.

Deze amfibieën zijn te onderscheiden door hun met rode wratten bedekte lichaam. Hun pigmentatie is zeer gevarieerd, van bleke tot bruine tinten. Ze hebben ook vlekken op hun keel en borst die vele kleuren kunnen hebben, waaronder zwart, bruin, olijfgroen of grijs.

Mannetjes zijn iets kleiner (42 millimeter in lengte) dan vrouwtjes, die op volwassen leeftijd ongeveer 55 millimeter bereiken. Bovendien hebben ze verticale spleetvormige pupillen in hun grote ogen.

Verspreiding en leefgebied van de vroedmeesterpad

Dit dier komt voor in acht Europese landen: Portugal, Spanje, Frankrijk, België, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Zwitserland, en is geïntroduceerd in het Verenigd Koninkrijk. Tot nu toe zijn er drie Europese ondersoorten gemeld.

Zo leeft deze soort van de zeekust, bijvoorbeeld in Asturië en Baskenland in Spanje, tot 2400 meter boven de zeespiegel in de Pyreneeën. In Midden-Europa leven de meeste populaties op hoogtes tussen 200 en 700 meter boven de zeespiegel, zelden onder de 200 meter.

Een vroedmeesterpad

Gedrag

De vroedmeesterpad leeft het liefst op het land, want hij leeft alleen in water als hij een kikkervisje is. Deze kleine amfibieën verbergen zich vaak in holen of onder boomstammen om te voorkomen dat hun huid uitdroogt. Als een individu geen schuilplaats kan vinden, graaft hij zijn eigen hol.

De vroedmeesterpad komt meestal in de schemering en tijdens regenval uit zijn hol om op zoek te gaan naar insecten en geleedpotigen. Volwassen dieren kunnen een ondergrondse winterslaap houden om zich tijdens de wintermaanden tegen vorst te beschermen.

Broedgedrag

Tijdens het broedseizoen maken de mannetjes elke nacht enkele uren lang hun baltsroep. Af en toe kun je de mannetjes overdag vanuit hun holen horen roepen.

Er is gemeld dat vrouwtjes een voorkeur hebben voor mannetjes die vaker roepen. Bovendien roepen vrouwtjes het mannetje van hun keuze terug, wat zelden voorkomt bij andere amfibieën. De concurrentie tussen mannetjes tijdens het broedseizoen is strikt vocaal, want er is geen directe agressie tussen individuen waargenomen.

Het voorbeeldige vaderschap van de gewone vroedmeesterpad

Het paarseizoen varieert tussen eind maart en begin augustus. Vrouwtjes kunnen tot vier legsels per broedseizoen leggen.

Deze amfibieën staan bekend om hun ouderschapsgedrag (Engelse link). De mannetjes bevestigen de eierrijen van het vrouwtje op hun lichaam. Ze dragen ze dan op de rug van hun poten tot ze uitkomen. Op dat moment laten de mannetjes de kikkervisjes los in het water.

Bij het dragen van de eieren kan de gewone vroedmeesterpad ze tijdelijk uit het water houden , waar ze groot gevaar lopen opgegeten te worden. Mannetjes kunnen ongeveer 150 eitjes rond hun enkels dragen tijdens het broedseizoen, dat ongeveer drie legsels omvat.

Mannetjes houden hun eitjes vochtig door een geschikte plek te kiezen en af en toe een duik te nemen. Na drie tot zes weken komen de eieren uit en deponeert het mannetje de kikkervisjes in een klein waterlichaam. Als ze uitkomen zijn de larven ongeveer 15 millimeter groot, en na een jaar leven doorlopen ze de metamorfose.

Plundering

Bij bedreiging scheiden de gewone vroedmeesterpadden een krachtig stinkend gif uit via de wratten op hun rug, om zich te verdedigen tegen roofdieren. Dit gif is zeer effectief en kan ook dodelijk zijn.

Zo kan het gif namelijk binnen enkele uren een slang doden. Kikkervisjes kunnen dit gif niet produceren en zijn tijdens hun ontwikkeling dan ook kwetsbaar voor roofdieren.

Een vroedmeesterpad met eitjes

Bedreigingen voor het behoud van de vroedmeesterpad

Habitatverlies is de belangrijkste factor in de achteruitgang van deze soort. Daarnaast hebben andere veranderingen die de microklimatologische omstandigheden beïnvloeden (bv. drainage van tijdelijke waterpartijen) een negatief effect.

Verder is een andere mogelijke reden voor de achteruitgang van deze amfibieën de toename van roofdieren (natuurlijke of geïntroduceerde) evenals de overdracht van ziekten. Deskundigen op het gebied van diergedrag meldden echter dat de gewone vroedmeesterpad door de mens gewijzigde habitats kan bezetten, zoals landbouwgrond en stedelijke gebieden.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Universidad de Michigan. Animal Diversity Web. https://animaldiversity.org/accounts/Alytes_obstetricans/ consultada el 27 de febrero de 2020

  • Márquez, R., Bosch, J., & Eekhout, X. (2010). Intensity of female preference for call source level in midwife toads Alytes cisternasii and A. obstetricans. Behaviour147(9), 1185-1199.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.