Apenkikkers: habitat en kenmerken

Als verdedigingsmechanisme tegen uitdroging bedekken apenkikkers zich met een wasachtige laag die giftige stoffen bevat.
Apenkikkers: habitat en kenmerken
Francisco Morata Carramolino

Geschreven en geverifieerd door de bioloog Francisco Morata Carramolino.

Laatste update: 13 mei, 2023

Het neotropische gebied heeft de grootste biodiversiteit aan anurale amfibieën op aarde. In dat gebied hebben de dieren zeer verschillende vormen en levenswijzen gekregen, en boomkikkers vallen op door hun aanpassingen. Binnen deze groep zijn apenkikkers bijzonder opmerkelijk, zowel door hun biologie als door hun relatie met de mens.

Er zijn momenteel 16 soorten apenkikkers, die alle behoren tot het geslacht Phyllomedusa. Deze amfibieën hebben extreme aanpassingen ontwikkeld aan het leven in bomen. Als je meer wilt weten over apenkikkers, lees dan verder.

Fysieke kenmerken van apenkikkers

Hoewel er enkele verschillen zijn tussen de 16 bestaande soorten van het geslacht, delen ze allemaal bepaalde overeenkomsten. Hun naam is afgeleid van hun uiterlijk en verhoudingen, en van hun boombewonende gewoonten. Deze amfibieën zijn relatief groot, variërend in grootte van 7 tot 12 cm.

De grootste van deze kikkers is de reuzenaapkikker (Phyllomedusa bicolor). Deze soort is over het algemeen slank, met een grote kop en ronde, uitpuilende, opvallende ogen.

Hun ledematen zijn zeer lang en dun, en eindigen in handen met 4 lange vingers aan de voorste ledematen en 5 vingers aan de achterpoten. De tenen zijn opponeerbaar en eindigen in kleefkussentjes, waarmee ze zich aan takken kunnen vasthechten en klimmen.

Hun hoofdkleur is groen, die afhankelijk van de soort meer of minder donker is, en het dorsale deel van het dier bedekt. Daarnaast hebben deze kikkers meestal heldere patronen op de zijkanten van hun lichaam, die zich kunnen uitstrekken tot hun extremiteiten.

Deze tinten op de zijkanten zijn voornamelijk oranje, geel en zwart, afhankelijk van elke soort. De buikzijde daarentegen is meestal minder gepigmenteerd.

Apenkikker op een tak

Leefgebied van apenkikkers

Deze amfibieën leven uitsluitend in Midden- en Zuid-Amerika. Ze leven vooral in tropische of subtropische bosgebieden en in overstroomde gebieden met een overvloedige vegetatie, die essentieel is voor hun biologie.

In tegenstelling tot andere kikkers leven ze meestal niet in het water, maar brengen ze het grootste deel van hun leven hoog in bomen door, op hoogten tussen 0,5 en 4 meter. Net als andere amfibieën hebben ze een zeer poreuze huid, zodat ze het risico lopen uit te drogen door zo ver van water te leven.

Het gedrag van apenkikkers

Deze kikkers hebben een reeks aanpassingen ontwikkeld om uitdroging te voorkomen. Ze zijn voornamelijk nachtdieren, dus brengen ze de dag door verborgen tussen bladeren met hun poten dicht tegen hun lichaam aan. Daardoor vermijden ze niet alleen zonlicht en verminderen ze de verdamping, maar kunnen ze zich ook beter camoufleren met hun omgeving.

Bovendien zijn sommige soorten in staat om via hun huid een wasachtige substantie af te scheiden. Met behulp van hun achterpoten verspreiden ze deze verbinding veelvuldig en grondig over hun hele lichaam, waardoor een isolerende laag ontstaat.

Het beschermt ze niet alleen tegen uitdroging, maar bevat ook gifstoffen die werken als verdedigingsmechanisme tegen roofdieren.

Tijdens de voortplanting dalen apenkikkers af uit boomtoppen en vestigen zich in de vegetatie van waterpartijen, die vaak tijdelijke vijvers zijn. Ze leggen hun eieren op brede bladeren, waar ze aan vast blijven zitten dankzij de gelatineachtige substantie die ze omhult. De kikkers vouwen vervolgens het blad om het legsel heen, en vormen zo een klein nest.

Na het uitkomen vallen de kikkervisjes in het water, waar ze hun ontwikkeling afmaken tot ze de metamorfose bereiken. Na hun transformatie klimmen de jongen in bomen als volwassen kikkers, waar ze de rest van hun leven zullen leven. In larvale toestand voeden ze zich met plantaardig materiaal, maar in hun volwassen vorm vangen ze prooien met hun vooruitstekende tong.

Relatie met de mens

Zoals hierboven vermeld, bevatten verschillende soorten gifstoffen in de wasachtige afscheidingen van hun huid. Deze giftige stoffen worden traditioneel gebruikt in rituelen door verschillende inheemse stammen in deze gebieden, die de afscheidingen kambo of sapo noemen.

Voor deze doeleinden jagen ze op de kikkers en plaatsen ze ze boven een vuur met hun ledematen vastgebonden en uitgestrekt, met als doel het dier gestrest te maken zodat deze stoffen worden afgescheiden en de inheemse mannen ze kunnen verzamelen. Hierna wordt het dier meestal vrijgelaten.

Eenmaal verkregen wordt de stof aangebracht op wonden of brandwonden en komt in de bloedbaan terecht. De effecten zijn gevarieerd en omvatten braken, diarree en bewustzijnsverlies. Het kan dan echter werken als een pijnstiller en de perceptie van pijn verminderen. Voor inboorlingen brengt dit ritueel geluk en maakt het hen betere jagers, naast andere voordelen.

Apenkikker

Ook al lijken deze traditionele praktijken geen ernstige gevolgen te hebben voor de populaties van Phyllomedusa, het gebruik van giftige afscheidingen wordt populair als alternatieve therapie zonder wetenschappelijke onderbouwing.

Sommigen gebruiken het zelfs om illegaal de prestaties bij paardenraces te verbeteren. Op de lange termijn zou dit dus een verhoogd risico kunnen vormen voor het behoud van apenkikkers.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.



Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.