Waarom is een beet van een komodovaraan gevaarlijk?

Het speeksel van de komodovaraan bevat een grote hoeveelheid ziekteverwekkende bacteriën en toxinen met antistollingseffecten op het bloed.
Waarom is een beet van een komodovaraan gevaarlijk?

Laatste update: 02 augustus, 2022

In de natuur zijn er dieren die je het best van veraf kunt waarnemen. Het gif van slangen, de krachtige kaken van de krokodil, de snelle klauwen van de leeuw of de gevaarlijke beet van de komodovaraan zijn duidelijke voorbeelden van gevaren die je op afstand moet houden.

Deze reptielen staan bekend om hun grote afmetingen, want het zijn de grootste hagedissen ter wereld en ze worden ook wel komodomonsters genoemd.

De komodovaraan: een reusachtige hagedis

Deze reptielen dragen de legendarische naam van de draak, een mythologisch wezen die een grote gelijkenis vertoont deze grote dieren.

De komodovaraan is een hagedis van de varanenfamilie en is endemisch in Indonesië. Momenteel wordt de soort als kwetsbaar vermeld in de Rode Lijst van de IUCN (Engelse link).

De komodovaraan is ongeveer drie meter lang en weegt ongeveer 70 kilo, maar kan meer dan 100 kilo wegen.

Zijn gespierde lichaam is bedekt met schubben, de jongste exemplaren zijn groenachtig van kleur met geelachtige en zwarte vlekken. Volwassen dieren neigen meer bruinig van kleur te zijn. De staart is even sterk en lang als de rest van zijn lichaam, zijn klauwen zijn ook groot en verdeeld in vijf lange tenen.

Een komodovaraan

Is de komodovaraan agressief?

Zijn grote spanwijdte en sissend geluid is soms al genoeg machtsvertoon om een confrontatie uit de weg te gaan. Deze dieren eten meestal in groepen als er voedsel in overvloed is, maar gevechten om voedsel of vrouwtjes kunnen soms voorkomen.

Ze hebben een grote reactiesnelheid en lokken hun prooi vaak het water in waar ze wachten. Er zijn verschillende dodelijke aanvallen op mensen geweest door de omvang van hun beet, maar dit zijn zeldzame gevallen. Dit dier verlaat gewoonlijk zijn leefgebied niet om anderen kwaad te doen als het over voldoende middelen beschikt.

Gevechten tussen komodovaranen zijn confrontaties met hun klauwen, waarbij een individu meestal probeert een ander te grijpen en te verwonden. Interessant is dat deze dieren immuun zijn voor hun eigen beet.

De gevaarlijke beet van een komodovaraan

Het is niet het gif dat de beet van de komodovaraan gevaarlijk maakt, het is zijn speeksel. De tanden van de komodovaraan zitten verborgen achter het tandvlees en bloeden vaak tijdens het voeden. Ze spuiten geen gif in zoals een slang dat zou doen, maar hun speeksel is giftig genoeg om te doden.

Hoewel ze aaseters zijn, jagen ze ook op hun prooi. Komodovaranen zijn in staat met een enkele beet dieren te doden die groter zijn dan zijzelf, zoals herten en wilde zwijnen.

Ze maken gebruik van de verrassingsfactor om hun prooi in een hinderlaag te lokken en trekken zich, nadat ze hem gebeten hebben, terug op een veilige afstand tot de prooi in elkaar zakt. Bijtwonden veroorzaken vaak diepe scheuren in het zachte weefsel van andere dieren.

Als de prooi erin slaagt te vluchten, zal hij waarschijnlijk doodbloeden of zijn wonden raken ernstig geïnfecteerd. Ze voeden zich met zoogdieren, vogels, eieren en andere hagedissen, zelfs individuen van hun eigen soort.

Hun speeksel bevat een grote hoeveelheid ziekteverwekkende bacteriën (Spaanse link) (o.a. Escherichia coli, Pasteurella multocida, Staphylococcus sp. Providencia sp. Proteus mirabilis en P. morganii) die een gegeneraliseerde sepsis kunnen veroorzaken, maar dit zijn niet de enige doodsoorzaken bij varanenslachtoffers.

In de kaak van de draak zitten klieren die een reeks bestanddelen afscheiden die de bloedstolling verhinderen en een daling van de bloeddruk, onderkoeling en spierverlamming veroorzaken, zodat het gebeten dier snel doodbloedt en kort daarna sterft.

Dit dodelijke speeksel is bestudeerd om de antistollingsverbindingen ervan te isoleren en te benutten bij de behandeling van ziekten die met trombose en andere cardiovasculaire problemen te maken hebben.

Bestaat er parthenogenese bij komodovaranen?

Ook dit is een grote eigenaardigheid van de soort. Draken hebben zowel seksuele als aseksuele voortplanting. Dit betekent dat vrouwtjes eieren kunnen leggen die niet door een mannetje bevrucht worden.

Dit kan in het wild voorkomen, maar is alleen bekend bij vrouwtjes die in gevangenschap gefokt zijn. Parthenogenetische (Engelse link) broedsels geven alleen mannelijke individuen.

De ouder brengt een enkele kopie van zijn chromosomen in, die in de eifase gedupliceerd worden, waardoor ze van haploïde in diploïde veranderen. Als het vrouwtje zich daarna met haar nakomelingen voortplant, kan ze zowel eieren van mannetjes als van vrouwtjes leggen.

Wetenschappers menen dat deze voortplantingsstrategie een aanpassing is aan een geïsoleerde ecologische niche, zoals het leefgebied van de komodovaraan. Op deze manier blijft de populatie groeien, hoewel de genetische diversiteit afneemt.

Twee komodovaranen

Komodovaranen zijn even fascinerend als hun naam doet vermoeden, want met het uiterlijk en de felheid van een echte dinosaurus overleven ze de vernietiging van hun leefgebied en het stropen van hun prooi. Hun dodelijke beet en unieke vermogen om de soort in stand te houden maakt van hen levende legendes.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • A central role for venom in predation by Varanus komodoensis (Komodo Dragon) and the extinct giant Varanus (Megalaniapriscus. Bryan G. Fry et al. Norman
  • National Geographic. El dragón de Komodo, el lagarto más grande del mundo, 2018.
  • Lind, A.L., Lai, Y.Y.Y., Mostovoy, Y. et al. Genome of the Komodo dragon reveals adaptations in the cardiovascular and chemosensory systems of monitor lizards. Nat Ecol Evol 3, 1241–1252 (2019).
  • BBC News. ‘Virgin births’ for giant lizards. 2006.
  • Goldstein, E. J., Tyrrell, K. L., Citron, D. M., Cox, C. R., Recchio, I. M., Okimoto, B., … & Fry, B. G. (2013). Anaerobic and aerobic bacteriology of the saliva and gingiva from 16 captive Komodo dragons (Varanus komodoensis): new implications for the” bacteria as venom” model. Journal of Zoo and Wildlife Medicine, 262-272.
  • Watts, P. C., Buley, K. R., Sanderson, S., Boardman, W., Ciofi, C., & Gibson, R. (2006). Parthenogenesis in Komodo dragons. Nature, 444(7122), 1021-1022.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.