De vijf meestvoorkomende ondersoorten van tijgers
Binnen de familie van de katachtigen leeft het geslacht Pathera tigris alleen op het continent van Azië. Dit is, samen met de leeuw, het grootste vleesetende roofdier ter wereld en er zijn in totaal vijf ondersoorten van tijgers. Wil je weten welke dit zijn? Zo ja, lees dan verder.
Wat zijn de ondersoorten van tijgers?
Hoewel ze erg op elkaar lijken als het gaat om hun vacht, gewoontes en dieet, heeft ieder van de ondersoorten van tijgers zijn eigen kenmerken. Van de zes die momenteel bestaan, zijn dit de vijf meestvoorkomende tijgersoorten. De andere is de Zuid-Chinese tijger, die waarschijnlijk al is uitgestorven.
1. Sumatraanse tijger
Met een wereldwijde populatie van nog maar 500 dieren loopt de Sumatraanse tijger (op de foto hierboven) het grootste gevaar om uit te sterven. Ze zijn alleen te vinden op het eiland Indonesië, in het bos, de vlakte, het laagland en de bergen.
Het is de kleinste van de huidige tijgers: de mannetjes zijn iets meer dan twee meter en wegen ongeveer 120 kilo. Hun strepen zijn dun en ze hebben goed ontwikkelde manen. Ze hebben ook zwemvliezen tussen de tenen, die hen helpen om te zwemmen.
2. Maleise tijger
Dit is een andere ondersoort van tijgers die in een kritieke toestand van uitsterven verkeert (er zijn er ongeveer 500 in het wild). Ze leven in bepaalde gebieden van het Maleisische schiereiland dat tot Thailand en Maleisië behoort.
De mannelijke Maleise tijger kan tot 260 centimeter lang worden, terwijl het vrouwtje iets kleiner is: ongeveer 240 centimeter. Ze voeden zich met herten, wilde zwijnen en varkens, hoewel ze soms ook op berenwelpen, jonge olifanten en jonge neushoorns jagen.
3. Chinese tijger
Deze dieren staan ook bekend als de Achterindische tijger en ze leven in Cambodja, Laos, China, Malakka (samen met de Maleisische tijger) Birma, Vietnam en Thailand. Deze tijger is ook met uitsterven bedreigd omdat hun populatie in het wild nog maar rond de 1.300 dieren is.
Mannetjes wegen iets minder dan 200 kilo en hun vacht is iets donkerder dan die van andere tijgersoorten. Het is een solitair dier dat zich voedt met middelgrote en grote hoefdieren zoals herten, maar met ook wilde zwijnen en de inheemse runderen van Indochina.
4. Bengaalse tijger
Dit is waarschijnlijk de bekendste en meest verspreide ondersoort in Azië. Ze komen voor in India, Bangladesh (het is zelfs het nationale dier in deze twee landen), Tibet, Nepal, Bhutan en Birma. Net als de andere ondersoorten, wordt ook deze met uitsterven bedreigd.
De pels van de Bengaalse tijger is oranje of oranje-bruin en door een genetische mutatie kunnen er witte plekken met zwarte strepen te zien zijn. Het is een van de grootste van de soorten met mannetjes van meer dan drie meter lang en 200 kilo zwaar.
Ze leven alleen en blijven bij hun jongen tot ze voor zichzelf kunnen zorgen. De meeste jongen worden geboren tussen februari en mei na een zwangerschap van honderd dagen. Het nest kan tot zes jongen hebben, die met gesloten ogen worden geboren. De welpen blijven twee jaar bij hun moeder.
5. Siberische tijger
De laatste ondersoort heeft verschillende namen: amoertijger, Koreaanse tijger, Mantsjoerijse tijger, Noord-Chinese tijger of oessoeritijger. Deze namen zijn afhankelijk van het gebied. Ze leven in de bossen in het uiterste zuidoosten van Rusland, op de grens van China, in het gebied van de rivier de Amoer.
Ze leven in de Taiga met andere grote roofdieren zoals wolven, beren, luipaarden, lynxen en veelvraten. Deze roofdieren voeden zich met hoefdieren, wilde zwijnen, elanden en Japanse sika’s.
De Siberische tijger speelt een belangrijke rol in de cultuur van de regio. Deze prachtige tijger is te vinden aan de rand van verschillende steden (zoals Vladivostok en Irkoetsk). Ook is hij de mascotte van een regionaal voetbalteam en hij was zelfs ook mascotte op de Olympische Spelen van 1988 in Seoel.